Het zoveelste kankerverhaal

Het nieuws dat mijn boek wordt gepubliceerd kwam terecht op de redactie van een televisieprogramma. De redacteuren wilden misschien een item over mijn verhaal maken. Dat er een discussie losbrak over de waarde van mijn boek, werd me duidelijk toen ik deze email ontving: “Is het wel een item? Vind het even cynisch gezegd ook wel het zoveelste kankerverhaal. Zie niet zo snel wat het anders maakt dan andere verhalen…”

Auw! Dat deed pijn. Want zo voelt het natuurlijk niet. Voor mij is mijn verhaal, de ervaring met kinderkanker, essentieel. Door de Wilms’ tumor was ik bijna dood geweest. Dus hoe kan het anders dan dat dit boek voor mij persoonlijk niét het zoveelste kankerverhaal is?

Maar ik begreep het wel. Journalisten en wellicht andere potentiële lezers die de cover van mijn boek zien, zullen zich hetzelfde afvragen: Wat is er nou zo speciaal aan dit ene verhaal, wat is er anders dan al die andere duizenden overlevenden van kanker?

Helaas, we leven in een cliché. Ruim één op de drie mensen krijgt in zijn of haar leven kanker. Een man heeft 44% kans om in zijn leven kanker te krijgen, een vrouw 38%. Ziek worden, door een diep dal gaan, beter worden, en je herboren voelen. We herhalen onszelf. Ook nadat we iets ingrijpends hebben meegemaakt, lijken we haast allemaal hetzelfde. We voelen ons intens gelukkig en genieten van de kleinste dingen. En velen uiten hun levensvreugde in een passie: schrijven, zwemmen, fietsen of simpelweg leven.

Mijn verhaal is niet uniek. Gelukkig maar, want juist daarom kan ik er anderen mee steunen. Uniek is wel dat ik het vanuit de ogen van het kind heb geschreven, zoals mijn uitgever deze week nog tegen me zei: “Het leest alsof je van de schouder van het kind meekijkt.” Op die manier wil ik inzicht geven in wat een kind met kanker meemaakt. Zodat ouders, broers en zussen, verplegers, artsen en leraren hen beter kunnen helpen. Maar mijn boek is vooral voor de kinderen zelf. Al is er maar één (ex-)patiënt die zich door mijn verhaal gesteund voelt, dan heeft ‘Een kikker in mijn buik’ al nut.

We willen graag over onszelf lezen, zodat we ons ergens in kunnen herkennen. We willen niet anders zijn, zodat we ons minder eenzaam voelen. En we willen vooral hoopvolle verhalen. Want helaas overlijden nog steeds 41.000 Nederlanders per jaar aan kanker. Dat is ruim 3 van de 10 sterftegevallen.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.